De eerste stap is het mouten: warm water toevoegen aan het graan om het zetmeel erin om te zetten in suikers. Vervolgens wordt het graan gedroogd in een kiln. Soms wordt daarbij turf gebrand, wat de drank een rokerige smaak geeft. Daarna is het tijd om het graan te malen, de essentiële suikers met warm water te onttrekken en de vloeistof voor te bereiden op het gistingsproces. Er wordt gist toegevoegd om een soort bier te creëren. Dat wordt twee keer gedistilleerd in een grote koperen ketel, een 'still'. Dit zorgt voor een intensere smaak.

Vervolgens wordt de vloeistof in eikenhouten vasten gegoten om het ten minste drie jaar te laten rijpen. Deze vaten spelen een enorme rol in de smaak van de whisky. Meestal zijn ze al eerder gebruikt voor bourbon en soms voor sherry of zelfs wijn of bier. Nadat ze zijn schoongemaakt worden de vaten gebrand. Hierdoor gaan de houtvezels open staan, zodat ze de whisky smaak en kleur geven.

En dat is in overvloed aanwezig in ons kleine team van deskundige blenders. Aan het hoofd van het team staat Johnnie Walkers master blender Jim Beveridge, die een beroep kan doen op onze ongeëvenaarde voorraad van 10 miljoen vaten Schotse single grain- en single malt-whisky's. Hij kent het karakter van elk van de whisky's – van de gebruikte ingrediënten tot de manier waarop de vaten worden behandeld – en ook hoe ze reageren wanneer ze worden gecombineerd met andere whisky's. Maar het creëren van een uitzonderlijke blend is meer dan alleen maar uitgebreide kennis. Het is een vorm van kunst. 

Onze whiskyblenders geven elke slok structuur, vorm en betekenis. Sterker nog, ze weten de kwaliteit en smaak telkens weer te reproduceren, zodat onze whisky steeds aan dezelfde normen blijft voldoen. Met aandacht voor zowel het verleden als de toekomst blijft ons team onze bestaande en geliefde whisky's maken en ondertussen nieuwe varianten samenstellen, uitproberen en testen.